Acute leukemie

Acute
leukemie
Auteur: Jan Brijs, hematoloog, werkzaam in UZ leuven
Leukemie, of bloedkanker, wordt
onderverdeeld op basis van twee zaken:
het tijdsverloop (acuut of chronisch)
en de hematologische origine van
de kwaadaardige witte bloedcellen
(myeloid of lymfoid/lymfatisch).
In dit artikel focussen we op acute
leukemie, namelijk acute lymfatische
leukemie (ALL) en acute myeloide
leukemie (AML). We bespreken de
symptomen en de behandeling,
en zoomen in op jouw rol als
thuisverpleegkundige.
14
Acute leukemie is een ziekte die
uitgaat van onrijpe witte bloedcellen
(blasten) in het beenmerg. In België
krijgen jaarlijks ongeveer 800
personen (zowel kinderen als volwassenen)
de diagnose van acute
leukemie. ALL komt voornamelijk
op jonge kinderleeftijd voor (0-6
jaar) en kent een tweede piek bij
60-plussers. AML komt voornamelijk
op oudere leeftijd (60-plus) voor.
Leukemie ontstaat door de accumulatie
van mutaties in het DNA van
immature bloedcellen in het beenmerg.
Daardoor gaan deze cellen
ongecontroleerd groeien en de
normale vorming van bloedcellen in
het beenmerg verstoren. Uiteindelijk
komen deze cellen ook in het bloed
terecht, waardoor ze zich in de rest
van het lichaam kunnen verspreiden.
De precieze oorzaak waarom deze
cellen mutaties verwerven is nog
niet goed gekend, maar is wel
gebaseerd op een combinatie van
genetische voorbeschiktheid én
omgevingsfactoren (chemische
stoffen, straling…).
SYMPTOMEN
De symptomen van acute leukemie
zijn zeer variabel en aspecifiek.
Sommige patiënten krijgen de
diagnose naar aanleiding van licht
afwijkende bloedwaarden, terwijl
andere patiënten heel ziek zijn en via
spoedgevallen opgenomen worden
in het ziekenhuis.
De volgende klinische tekenen,
symptomen of labobevindingen
kunnen aanleiding geven tot de
diagnose van acute leukemie:
• Anemie (= bloedarmoede,
tekort aan rode bloedcellen);
symptomen zijn vermoeidheid,
kortademigheid, bleekheid,…
• Trombopenie (= tekort aan
bloedplaatjes); symptomen zijn
bloedingen, bloeduitstortingen,…
• Leukopenie (= tekort aan normale
witte bloedcellen); symptomen
zijn terugkerende infecties
• Leucocytose (= stijging van
abnormale witte bloedcellen)
• Blasten (= leukemiecellen) in het
bloed,
• Andere symptomen: vermagering,
koorts, nachtzweten, vergrote
lymfeklieren, vergrote lever of
milt, huiduitslag (bv. huidinfiltratie
door leukemie), opzetting van het
tandvlees, bot- en gewrichtspijnen,
neurologische symptomen,…
DIAGNOSE EN PROGNOSE
De diagnose van acute leukemie
wordt gesteld door middel van
een bloedafname en een beenmergpunctie
(beenmergaspiraat
en botboorbiopsie). De bloed- en
beenmergstalen worden onder de
microscoop onderzocht (= morfologie).
Hier gaat men voornamelijk
het blastenpercentage detecteren.
Klassiek spreken we over acute
leukemie vanaf een blastenpercentage
van 20% in bloed of beenmerg
– hoewel dit volgens de nieuwste
classificatiecriteria niet meer strikt
nodig is.
Om de diagnose te stellen en te
verfijnen worden naast de morfologie
ook bijkomende, complexere
technieken gebruikt zoals immuunfenotypering
en genetische technieken. Deze bijkomende technieken
geven een betere inschatting van
de prognose voor de patiënt en
maken een gerichtere behandeling
(bv. doelgerichte therapieën) en
opvolging mogelijk.
In het algemeen geldt dat de
prognose voor kinderen beter
is dan voor volwassenen, maar
ook binnen deze groepen zijn er
grote verschillen. Tijdens de laatste
decennia zijn de overlevingscijfers
in het algemeen verbeterd door
betere diagnostiek en therapie.
BEHANDELING
De behandeling van acute leukemie
bestaat enerzijds uit chemotherapie,
doelgerichte therapieën en stamceltransplantatie
en anderzijds uit
supportieve therapie.
Chemotherapie vormt de belangrijkste
component van de behandeling
van acute leukemie.
Intensieve chemotherapie
Bij kinderen en bij volwassenen in
goede algemene toestand wordt er
gekozen voor intensieve chemotherapie.
Deze zware chemotherapie
is een combinatie van meerdere
types chemotherapie in hoge dosissen,
meerdere kuren en langdurige
ziekenhuisopnames. Ze kan gecombineerd
worden met doelgerichte
therapieën en gevolgd door een
stamceltransplantatie. De stamceltransplantatie
gebeurt meestal
met stamcellen van een donor
(= allogene stamceltransplantatie)
en zelden met de stamcellen van
de patiënt zelf (= autologe stamceltransplantatie).
De indicatie tot stamceltransplantatie
wordt onder andere bepaald
door het risicoprofiel van de
leukemie, de algemene toestand
van de patiënt en de respons van
de leukemie op de voorgaande
chemotherapie.
Het doel van de behandeling is
om de patiënt te genezen, hoewel
herval altijd mogelijk blijft.
Minder intensieve chemotherapie
Bij oudere patiënten in minder
goede algemene toestand of met
veel comorbiditeiten, wordt er
gekozen voor minder intensieve
chemotherapie en doelgerichte
therapieën. Meestal verloopt dit
in ambulante setting (via dagziekenhuis).
Hierbij wordt ziekte- en
symptoomcontrole beoogd, maar
(meestal) geen curatieve intentie.
AML
– Intensieve therapie: combinaties
van een anthracycline (bv.
daunorubicine, idarubicine) en
cytarabine. Hieraan wordt soms
Mylotarg of een FLT-3 inhibitor
geassocieerd.
– Niet-intensieve therapie voor
AML: Vidaza/Venetoclax.
ALL
– Intensieve therapie voor ALL
bestaat uit heel complexe
schema’s (bv. HOVON 100,
hyperCVAD).
Supportieve therapie
Supportieve of ondersteunende
therapie vangt de symptomen
van acute leukemie én de nevenwerkingen
van de chemotherapie
op. Hieronder verstaan we onder
andere:
– Transfusies
– Groeifactoren
– Preventieve en therapeutische
behandeling van infecties
– Medicatie tegen misselijkheid en
diarree
– Medicatie tegen slijmvliesontsteking
ZORGNODEN EN
AANDACHTSPUNTEN IN
THUISZORG
Patiënten met acute leukemie
worden nauwgezet opgevolgd op
de dienst hematologie. Zodra ze in
een ambulant traject terechtkomen,
met opvolging via het dagziekenhuis,
wordt de rol van de thuisverpleegkundige
belangrijker. Dit zijn
enkele aandachtspunten waar je op
kan letten als thuisverpleegkundige.
Infecties.
Patiënten met acute leukemie
hebben een sterk verhoogd risico
op infecties. Indien jij als zorgverlener
symptomen van een infectie
hebt, draag dan een mondmasker
en handschoenen of vraag een
collega om langs te gaan. Indien
de patiënt tekenen van een infectie
vertoont, is het altijd aangeraden
om contact op te nemen met de
behandelende hematoloog.
Katheterzorg.
Patiënten die intensieve chemotherapie
krijgen of een stamceltransplantatie
ondergaan hebben,
hebben vaak een triple lumen
Hickmankatheter (zelden een
poortkatheter). Deze katheter dient
wekelijks gespoeld te worden
en het verband dient wekelijks
vervangen te worden. Bij vragen
over of problemen met de katheter
kan er altijd contact opgenomen
worden met het katheterteam van
het ziekenhuis.
Opvolging na stamceltransplantatie.
De opvolging na een (allogene)
stamceltransplantatie verloopt heel
strikt. De eerste maanden na de
transplantatie worden de patiënten
wekelijks of tweewekelijks op het
dagziekenhuis hematologie gezien.
Nadien wordt deze opvolging
geleidelijk aan afgebouwd naar
maandelijkse intervallen of langer,
afhankelijk van de klinische en
biochemische evolutie, en wordt
meer beroep gedaan op ambulante
zorg via thuisverpleging (vb.
katheterzorg, wondzorg, dagelijkse
verzorging, medicatietoediening…).
Hierbij is het belangrijk om te letten
op tekenen van infectie, tekenen
van afstoting (zie kaderstukje),
correcte medicatie-inname…
Aandachtspunten bij orale kankergeneesmiddelen
werden al
beschreven in het juninummer van
overal thuis.
Tekenen van GvHD (omgekeerde
afstoting: Graft versus
Host Disease na een allogene
stamceltransplantatie)
• Huid: erytheem, veranderde
pigmentatie, haaruitval,
sclerosering…
• Maag-darmstelsel: anorexia,
vermagering, nausea, braken,
diarree…
• Lever: bilirubinestijging, icterus,
gestoorde levertesten…
• Ogen: droge ogen…
• Mond: droge mond, lichenoide
letsels…
• Genitaliën: droge mucosa,
dyspareunie, vaginale atrofie…
• Longen: dyspnee, hoest…
• Fascia/spieren/gewrichten:
gewrichtsverstijving,
contracturen…
Opgelet: in dit schema wordt geen
onderscheid gemaakt tussen acute
GvHD en chronische GvHD.
Referentie
Haematological malignancies
Belgium 2004-2018, te raadplegen
via www.kankerregister.org. Zoek
onder ‘cijfers & publicaties’ op
het zoekwoord ‘Haematological
malignancies’.

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.