
Remgeld vragen, verplicht aan de maatschappij en onszelf
Remgeld vragen,
verplicht aan de
maatschappij en onszelf
Recent kondigde het NPTV aan een onderzoek te doen naar de aanrekening en
inning van remgeld in de thuisverpleging. Zo willen we inzicht krijgen in de huidige
praktijken rondom remgeld, en ook aanbevelingen formuleren voor een betere
implementatie. Naar aanleiding van het onderzoek vroegen we thuisverpleegkundigen
hun mening en ervaringen te delen. Zo kwamen we terecht bij zelfstandig
thuisverpleegkundige Cindy Van den Heuvel. Ze is ook teamcoördinator bij
Thuisverpleging De Lotus en heeft al ervaring met het innen van remgeld.
Auteurs: Marie-Josée Vanherck, bestuurder bij VBZV, lid van het e-Vita kartel,
en Cindy Van den Heuvel, teamcoördinator bij Thuisverpleging De Lotus.
In een gesprek met Marie-Josée
Vanherck beschrijft Cindy haar motivatie
voor het invoeren van remgeld
in haar praktijk en de uitdagingen die
zij op haar weg tegenkwam. Haar
inzichten zijn waardevol voor andere
zorgverleners die overwegen deze
praktijk te implementeren en bieden
belangrijke perspectieven voor de
sector als geheel.
Marie-Josée: “Onlangs vertelde je
me dat je sinds april remgeld int,
omdat je vindt dat je dat verplicht
bent aan de maatschappij en jezelf.
Deze insteek verraste me. Kun je dat
verduidelijken, hoe jij die maatschappelijke
verplichting ziet?”
Cindy: “Ik vind dat we de historische
fout van het niet-aanrekenen van
remgeld vandaag niet meer kunnen
verantwoorden, vooral in tijden
van personeelstekorten. We willen
toekomstige verpleegkundigen niet
opzadelen met financiële problemen.
Het innen van remgeld is vergelijkbaar
met het dragen van een veiligheidsgordel:
je kunt het negeren, maar als
er iets gebeurt, werkt het systeem
niet. Remgeld maakt deel uit van het
veiligheidssysteem van de maximumfactuur,
dat helpt om zorgkosten
binnen de perken te houden. Als
we geen remgeld innen, schiet dat
systeem niet in gang wanneer nodig.
Daardoor worden meer mensen niet
geholpen.”
“De zorg is complexer geworden.
Onze verantwoordelijkheden zijn toegenomen.
De huidige nomenclatuur
dekt niet alle zorgnoden, maar het
remgeld is een middel om te pleiten
voor betere vergoedingen.”
“Daarnaast zorgt het laten betalen
van zorg voor bewustwording bij de
maatschappij. Dit kan leiden tot een
meer doelgerichte inzet van zorgverleners
en mogelijk zelfs meer budget
voor zorgverlening. Het is voor mij
een contradictie dat we wel zorgen
factureren die buiten de nomenclatuur
vallen, maar geen remgeld
aanrekenen, dat wel voorzien is.”
Marie-Josée: “Ik vermoed dat je
jouw patiënten vooraf op de hoogte
hebt gebracht? Hoe heb je dat
concreet aangepakt?”
Cindy: “In maart volgde ik een opleiding
over het verplicht afficheren van
tarieven als verpleegkundige. Hoewel
we geen praktijkruimte hebben voor
affichage, werd onze verantwoordelijkheid
als zelfstandige thuisverpleegkundigen
duidelijk: elke onderneming
moet zijn tarieven schriftelijk en
zichtbaar bekendmaken.”
“Dit gaf me de nodige motivatie om
het remgeld te innen. Ik stelde een
brief op waarin ik uitlegde dat we
geconventioneerd zijn en dat we
vanaf april remgeld gaan innen, zoals
andere zorgverleners. Ik verwees naar
artikel 8 van de nomenclatuur. En om
onze redenen toe te lichten, voegde
ik ook de aanbevolen brief van VBZV
toe.”
“Deze documenten heb ik persoonlijk
aan elke zorgvrager overhandigd,
samen met hun verpleegkundig
bewijsstuk. Op de tarieflijsten markeerde
ik hun persoonlijke aandeel.
Het bewijsstuk was bekend terrein
voor hen, maar nu gaven ze er de
nodige aandacht aan.”
Marie-Josée: “Ik kan me voorstellen
dat het voor sommige patiënten
toch even slikken was. Hoe hebben
zij daarop gereageerd?”
Cindy: “De reacties zijn inderdaad
uiteenlopend. De ene groep vindt
het logisch, omdat alles duurder
wordt. Ze vonden het vreemd dat
ze ons niet moesten betalen. De
andere groep is verrast omdat ze
dachten dat thuisverpleging altijd
gratis was. Als ze me vragen of de
wetgeving veranderd is, leg ik uit dat
de wetgeving niet veranderd is, maar
dat we ze nu wel toepassen.”
“Sommige zorgvragers hebben
hun recht op thuisverpleging in
hun ‘boekske van de mutualiteit’
staan, maar ik verduidelijk dat er
een persoonlijk aandeel is. Jongere
zorgvragers vragen vaak naar hun
aandeel. En Nederlanders zijn soms
verrast dat ze een verpleegkundige
krijgen zonder te betalen. Zij zijn
gewend aan het concept van zorg
kopen.”
“Ik heb van mijn zorgvragers de
bijnaam ‘die van ’t factuur’ gekregen,
maar ze blijven me vriendelijk
ontvangen. Na enkele maanden
beginnen mensen wel vragen te
stellen en vergelijken ze wat anderen
betalen. Dit maakt het soms lastig,
omdat het systeem nog niet volledig
ingeburgerd is. Ik moet dus regelmatig
uitleggen waarom het remgeld
belangrijk is.”
Marie-Josée: “Het vraagt toch ook
extra administratieve opvolging?
Hoe heb je dat ervaren?”
Cindy: “Er komt inderdaad extra administratie
bij kijken, maar het is zeker
te doen. Zodra je een systeem voor
jezelf hebt opgezet, verloopt het
vlotter. De software die we gebruiken
maakt het mogelijk om bijdragen met
vinkjes aan te duiden, maar ik vond
dat minder overzichtelijk. Gelukkig
kan ik de gegevens exporteren naar
een Excel-bestand, wat voor mij veel
duidelijker is. Met kleurcodering is
het nakijken van de rekeningen snel
gedaan.”
“Daarnaast hebben patiënten spontaan
gevraagd of ze het remgeld
via domiciliëring konden betalen. Dit
bleek een uitdaging omdat mijn bank
geen directe oplossing bood zonder
een dure tussenpersoon. Ik gebruik
software voor thuisverpleging en kan
facturen rechtstreeks uit die software
genereren. Uiteindelijk kreeg ik het
advies om contact op te nemen
met mijn bankinstelling. Zij hebben
een tool ontwikkeld voor kleine
ondernemingen om automatisch
en betaalbaar te innen. Ik hoop
dat alles tegen het einde van de
maand geregeld is, zodat de eerste
domiciliëringen in november kunnen
plaatsvinden. Uiteraard zijn er ook
wettelijke aspecten om rekening
mee te houden.”
Marie-Josée: “Een vraag en bezorgdheid
die wellicht bij velen van
ons leeft: heb je door het innen van
remgeld ook patiënten verloren?”
Cindy: “Begin deze maand heb ik
mijn eerste patiënt verloren na zes
maanden het remgeld te vragen.
De situatie is complex. De patiënt
had in augustus een controlebezoek
van het ziekenfonds, waarbij geen
opmerkingen werden gemaakt over
onze KATZ-schaal. Toch spraken zij
over het remgeld, omdat zij een
forfaitscore A zonder verhoogde
tegemoetkoming had. Dat resulteerde
in een factuur van ongeveer 190
euro per maand.”
“De consulente adviseerde om naar
andere verpleging te kijken, omdat
er twijfels waren over de werkwijze
die ik volgde. Op de website van
een zorgverzekeraar wordt aangegeven
dat er geen betaling vereist
is, omdat alles rechtstreeks met het
ziekenfonds geregeld wordt. Dit doet
denken aan een situatie die ik in 2022
had, toen ik van een officiële instantie
te horen kreeg dat mijn website de
indruk wekte dat ik gratis werkte, wat
in strijd is met de deontologische
code. Ik heb deze situatie nu aangekaart
bij de relevante autoriteiten.”
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.