
De nieuwe nomenclatuur wondzorg voor jou uitgelegd
10 11
Thuis bij het NPTV
WAAROM EEN HERZIENING
VAN DE NOMENCLATUUR
WONDZORG?
Een herziening was nodig omwille van
verschillende redenen:
– een efficiëntere opvolging van de wondzorg
met behoud of verbetering van de
kwaliteit van zorg,
– een vereenvoudiging van de
nomenclatuur,
– een nomenclatuur die
• conform de evidence based
richtlijnen is
• rekening houdt met de
bepalingen vastgelegd in de wetgeving
(gecoördineerde wet van
10/05/2015; uitvoeringsbesluit
(KB 18/06/1990)).
De herziening betekent een herwaardering
voor de thuisverpleegkundigen. Daarnaast
is er ook een uitbreiding van de rol van de
referentieverpleegkundige wondzorg. Een
belangrijk aandachtspunt is dat de herziening
budgetneutraal moest zijn.
WAT ZIJN DE BELANGRIJKSTE
WIJZIGINGEN?
VOORSCHRIFT
Wondzorg is een B1-handeling. Dit betekent
dat verpleegkundigen deze technische
verpleegkundige handeling autonoom en
op eigen verantwoordelijkheid mogen
uitvoeren en zonder voorschrift van een arts
(KB 18/06/1990). Enkel voor B2-handelingen,
zoals het verwijderen van hechtingsmateriaal,
is nog een voorschrift vereist.
Nieuw is dat verpleegkundigen de start van
de (B1-)behandeling binnen de 5 dagen
moeten melden aan de arts(en) betrokken
bij wondzorg. Deze melding kan elektronisch
en moet verifieerbaar zijn in geval van
controle. Ook nieuw is dat bij aanvang van
elke wondzorg een foto aan het verpleegdossier
wordt toegevoegd en dat deze ter
beschikking wordt gesteld aan de arts(en)
betrokken bij de wondzorg. Voor de terugbetaling
van materialen die gebruikt worden
om chronische wonden te verzorgen,
is wel nog een voorschrift nodig. De patiënt
moet dit vragen aan de arts.
De nieuwe
nomenclatuur
wondzorg
voor jou
uitgelegd
TIP
– Hou vanaf 01/12/2022 zeker
de website van het RIZIV in
de gaten voor bijkomende
informatie over o.a. de
vergoeding, de cumulregels,
uitgewerkte richtlijnen en
nomenclatuurnummers.
– Bij vragen of onduidelijkheden
kunnen jullie steeds
terecht bij de respectievelijke
beroepsorganisaties.
De kogel is door de kerk: op 01/12/2022
treedt de nieuwe nomenclatuur wondzorg
voor thuisverpleegkundigen in werking.
Vertegenwoordigers van de thuisverpleegkundigen,
verzekeringsinstellingen
en het RIZIV werkten er gedurende jaren
hard aan om dit te realiseren.
NIEUWE VERSTREKKINGEN
– De verstrekking ‘verzorging van
een geheelde stoma, zonder dat
wondzorg noodzakelijk is’ is delegeerbaar
aan een zorgkundige. Bij
een geheelde stoma zijn er geen
hechtingsmateriaal en huidletsels
meer aanwezig. Voor deze verstrekking
is er geen voorschrift of
kennisgeving nodig.
– De verstrekking ‘toezicht op
verband zonder verbandwissel’
vervangt de verstrekking ‘toezicht
op wonde met bioactief verband’.
Volgens de evidence based richtlijnen
is het niet nodig om elke dag
een wondverzorging uit te voeren.
Onder deze nieuwe verstrekking
valt de observatie, raadpleging,
evaluatie en controle van de staat
van het verband alsook het opvolgen
van relevante parameters (zoals
pijn en bijkomende problemen).
– Voor zeldzame en complexe
wondzorgsituaties (zoals de verzorging
van uitgebreide brandwonden
of bij epidermolysis bullosa)
werd de ‘bijkomende verstrekking
complexe wondzorg’ gecreëerd.
Deze verstrekking, opgebouwd
volgens een progressief systeem
van vergoeding, kan bovenop
de verstrekking complexe wondzorg
aangerekend worden en dit
volgens de totale duur per verzorgingsdag.
Er zijn drie tarieven
voorzien. Zij komen overeen met
volgende duur van de zorg: ‘30-59
minuten’, ‘60-89 minuten’, ‘> 90
minuten’. De tijdsregistratie start bij
de wondverzorging en is enkel
voor de tijdsduur van de wondzorg.
Voor deze verstrekking is een
kennisgeving naar de adviserende
geneesheer vereist.
– Omwille van de kwaliteit van de
zorg, het educatief aspect en
onderling overleg, wordt ‘de aanwezigheid
van de vaste verpleegkundige
bij het bezoek van de
referentieverpleegkundige wondzorg’
aangemoedigd. Hiervoor
werd een apart nomenclatuurnummer
gecreëerd.
VERSTREKKINGEN DIE BEHOUDEN
BLIJVEN, MET EEN AANGEPASTE
OMSCHRIJVING/ VOORWAARDEN
– Het KB omschrijft ‘eenvoudige
wondzorg’ als wondzorg die
niet onder het begrip ‘complexe
wondzorg’ valt. Het gaat om de
verzorging van wonden waarvan
het normale wondhelingsproces
maximaal 14 dagen duurt, zoals het
aanbrengen van een verband op
een eenvoudige wonde. Nieuw
is dat een eenmalige verlenging
van 7 dagen mogelijk is mits een
mededeling aan de arts en een
nieuwe foto. Na 21 dagen wordt
een eenvoudige wondzorg automatisch
een complexe wondzorg.
– ‘Complexe wondzorg’ is alle
wondzorg van acute en chronische
wonden die niet tot de
eenvoudige wondzorg behoort
of wondzorg die geëvolueerd is
van eenvoudige naar complexe
wondzorg, met verantwoording in
het verpleegdossier.
– ‘Bezoek van de referentieverpleegkundige
wondzorg’ kan aangevraagd
worden door een patiënt,
een arts of de vaste verpleegkundige
en omvat het bezoek,
toezicht, verbandwissel en advies.
De referentieverpleegkundige die
het advies geeft, mag echter niet
de vaste verpleegkundige van de
patiënt zijn. Het advies is verplicht
uiterlijk 6 weken na het verlenen
van de eerste verstrekking wondzorg.
Bij een volgende periode
van 6 weken dient enkel bij een
verslechtering van de wonde of
bij een status-quo die niet voldoet
aan de doelstelling van de zorgen,
het advies gevraagd worden.
Dit advies kan ook door een arts
gegeven worden. De verstrekking
mag maximaal 20 maal per patiënt
per kalenderjaar aangerekend
worden en maximaal 10 maal per
kalenderjaar per wondzorg. Aan
de arts wordt schriftelijk verslag
uitgebracht over de evolutie van
de wonde. Dit verslag wordt
bewaard in het verpleegdossier
van de referentieverpleegkundige
en in het wondzorgdossier van de
verpleegkundige.
– Het vervangen van verbanden
in het kader van katheterzorg is
geen wondzorg en valt onder de
verstrekking ‘plaatsen van en/of
toezicht op de perfusies’.
GESCHRAPTE VERSTREKKINGEN
– De verstrekking ‘specifieke wondzorg’
wordt geschrapt en gedeeltelijk
opgenomen onder de bijkomende
verstrekking ‘complexe
wondzorg’.
ONDERSTEUNENDE
DOCUMENTEN
Het zorgvuldig registreren in een
duidelijk en volledig wondzorgdossier,
inclusief het gebruik van foto’s is
belangrijk voor een kwalitatieve en
optimale opvolging van de wonde.
De werkgroep wondzorg van het RIZIV
werkt hiervoor aparte richtlijnen
uit. Deze zullen tijdig beschikbaar
zijn op de website van het RIZIV.
Auteurs: Kristien Scheepmans, stafmedewerker
van het Wit-Gele Kruis,
met dank aan Diégo Backaert en
Hendrik Van Gansbeke voor hun
inhoudelijke bijdrage.
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.