Negatieve druktherapie, nu ook in de thuisverpleging

Negatieve druktherapie,
nu ook in de thuisverplegingNegatieve druktherapie (NDT)
wordt ook wel vacuümtherapie
genoemd. Het is een wondbehandeling
door middel van een
nauwkeurig gecontroleerde
onderdruk in combinatie met een
specifieke wondbedekker. De therapie
heeft een positieve invloed
op de vele processen binnen de
wondgenezing, waardoor wonden
sneller genezen. De behandeling
wordt al jaren gebruikt in de
tweedelijnszorg, maar komt sinds
het project NDT1 ook steeds vaker
voor in de eerstelijnszorg. WAAROM EN WANNEER
KIEZEN VOOR NDT?
Negatieve druktherapie heeft een
breed toepassingsgebied in de
wondbehandeling. Je kan de therapie
toepassen op zowel acute als
chronische wonden. NDT zorgt dat
overtollig wondvocht en oedeem
verwijderd wordt en verbetert de
lokale bloedcirculatie. Dat stimuleert
de groei van het granulatieweefsel en
een snellere wondheling.
Op dit moment wordt NDT in de
thuiszorg enkel toegepast binnen
het project NDT. De opstart van de
therapie gebeurt altijd vanuit het
ziekenhuis. Bij de start is er een overleg
in het ziekenhuis, samen met de
referentieverpleegkundige wondzorg
van de eerstelijn. INDICATIES CONTRA-INDICATIES
Patiënten met een gevoelige en
kwetsbare huid ten gevolge van het
systematisch gebruik van steroïden of
ten gevolge van een allergie aan
kleefstof
Acute traumatische wonde De aanwezigheid van necrotisch
weefsel
Dehiscente sternale wonde Maligne weefsel in de wonde
(negatieve druktherapie stimuleert
de groei van de maligne cellen)
Open abdominale wonde Niet onderzochte fistels naar
organen of lichaamsholtes
Meshed grafts Patiënten met een verminderde of
slechte homeostase
Ulcera aan de onderste ledematen Wonden met blootliggende pezen,
zenuwen en bloedvaten
Decubituswonde Onbehandelde osteomyelitis
Diabetische voetwonde Huidgreffen die niet geperforeerd zijn SOORTEN NDT-THERAPIE IN DE THUISVERPLEGING
Bij continue therapie wordt er, gedurende een bepaalde periode, een constante druk
uitgeoefend op de wonde. Dat wordt algemeen aanbevolen voor patiënten met een
verhoogd risico op bloedingen, wonden met veel exsudaat, verse flappen en transplantaten
en wonden met acute enterale fistels.
Continue therapie verdient de voorkeur boven intermitterende therapie bij instabiele
structuren, zoals een instabiele borstwand of niet-intact bindweefsel. Het minimaliseert
beweging en stabiliseert het wondbed.
Wanneer de onderdruk constant wordt onderbroken, spreken we van intermitterende
therapie (bijvoorbeeld 5 minuten suctie gevolgd door 2 minuten rust). Deze soort
NDT-therapie zorgt voor een grotere toename van granulatieweefsel, maar kan niet
bij elk type van wonde worden gebruikt. TYPES FOAM Grote poriën
De zwarte foam is hydrofoob
(niet waterabsorberend) en
soepel. De grote poriën zorgen
ervoor dat er veel wondvocht
verwijderd kan worden uit de
wonde.
TYPES FOAM
Kleine poriën
De witte foam is reeds bevochtigd
en wordt vaak gebruikt op fragiele
plaatsen, grafts en gebieden met
tunnels, sinus en ondermijning.
Deze foam wordt aanbevolen
wanneer de groei van granulatieweefsel
onder controle moet
blijven. De kleine poriën zorgen
voor een langzame granulatie. Zilver
De foam met zilver vormt een
effectieve barrière tegen bacteriële
penetratie en kan infectie
helpen voorkomen. Deze foam
combineert de voordelen van
negatieve druktherapie met
zilver, zonder gebruik van een
ander zilververband. Spiraalvormig
De spiraalvormige foam stimuleert
de genezing door het faciliteren
van granulatieweefselvorming.
Deze foam is eenvoudig aan te
passen in lengte en breedte. Hij
is ideaal voor zowel diepe als
oppervlakkige wonden. VERBANDWISSEL BIJ NDT
Een verbandwissel bij NDT heeft
toch wat voeten in de aarde en
duurt gemiddeld 45 tot 75 minuten.
Hieronder overlopen we stap
per stap hoe je als verpleegkundige
deze techniek op een veilige,
steriele en efficiënte manier kan
uitvoeren.
Benodigdheden
> Toestel/pomp
> Opvangbeker (cannister)
> Foamverband
> Niet collabeerbare drain
> Semi-occlusieve folie
> Niet-steriele handschoenen
> Steriele handschoenen
> Wondset met steriel pincet en
steriele schaar
> NaCl 0.9%
> Ontsmettingsmiddel en
reinigingsmiddel
(tweede keuze, bij allergie)
WERKWIJZE
De techniek van het aanbrengen
gebeurt steeds op een steriele
manier. We werken in drie grote
stappen.
Stap 1 : voorbereiding
> Controleer het Elektronisch
Verpleeg Dossier (EVD)
(wondzorgdossier – de druk –
evaluaties).
> Informeer de patiënt over de
procedure.
> Verzamel alle materialen en zet
ze klaar binnen handbereik. > Installeer de patiënt in een comfortabele
houding.
> Pas de principes van ergonomie toe
(onder andere bed op werkhoogte).
> Was en ontsmet je handen.
Stap 2 : uitvoering
I. Verwijder het huidige
verband
> Trek de niet-steriele handschoenen
aan.
> Zet de vacuümpomp een half uur
vóór de wondzorg uit.
> Sluit de klemmen op de slang van
de opvangbeker en de wondverbandslang.
> Ontkoppel de drains.
> Indien je dezelfde opvangbeker2
gebruikt, bewaar dan de koppeling
van de opvangbeker in een pakje
van steriele kompressen.
> Maak de semi-occlusieve folie
voorzichtig los en verwijder het
foamverband met de drain.
TIP: indien het foamverband
verkleefd is met de wonde, week
het foamverband dan los met een
fysiologische oplossing.
> Doe de niet-steriele handschoenen
uit.
II. Breng het nieuwe verband
aan
> Reinig de wonde met NaCl 0.9%.
> Ontsmet de wonde met ontsmettingsmiddel
of reinigingsmiddel.
> Observeer de wondomgeving (mag
niet beschadigd zijn).
TIP: gebruik beschermingsspray
bij beschadiging en breng nadien
hydrocolloïd strips aan.
> Trek de steriele handschoenen aan.
> Knip de foam op maat van de
wonde boven het steriel veld (NIET
boven de wonde). Veeg, na het
knippen, de foam af boven het
steriel veld.
> Leg de foam in de wonde. Zorg
ervoor dat de volledige basis van de
wonde bekleed is. De foam mag de
wondranden niet overlappen. TIPS:
– Vul alle holtes en ondermijningen
op. Vermijd proppen van
het foamverband in de wonde.
– Voorkom overlapping van de
foam met de intacte huid.
– Indien de foam te klein werd
geknipt, mag er een tweede
foam toegevoegd worden in
de wonde. Het is belangrijk dat
beide foams elkaar raken. > Kleef het wondgebied en de
omgeving dakpansgewijs af met
de semi-occlusieve folie. Zorg
voor 3 tot 5 cm overlapping van
de intacte huid. > Knip een cirkelvormige opening
met een doorsnede van 2 tot
2,5 cm in de semi-occlusieve
folie (ongeveer de grootte
van een muntstuk van € 1). De
opening moet voldoende groot
zijn om de sensoren in de pad
te laten werken en te meten ter
hoogte van de foam. > Plaats de pad over de opening.
Zorg ervoor dat de drain geen druk uitoefent op de omliggende
huid. Let op: plaats de pad nooit
in een huidplooi. > Verbind de drain van het foamverband
met de drain van de
opvangbeker.
> Zet de klemmen op de drains
open. > Stel de pomp in en start de
therapie.
– Controleer of er geen lekkage
aanwezig is (kijk naar het
scherm van de pomp).
– De foam wordt in de wonde
gezogen. De foam voelt hard
aan en is gekrompen. Stap 3 : nazorg
> Ruim je materiaal op.
> Ontsmet je handen.
> Noteer je observaties en
handelingen in het EVD/wondzorgdossier.
> Contacteer de behandelende
arts indien nodig. WAT MOET JE
ELKE DAG CONTROLEREN
BIJ JE PATIËNT?
Parameters
Pijn
Werking van de pomp: is de
therapie aan, wat is de druk,
is er lekkage, is de batterij
opgeladen?
Opvangbeker: hoeveelheid
exsudaat, is er bloed
aanwezig?
Foam: voelt die nog hard aan?
Drain: is er een drukletsel, is hij
afgeknakt of losgekomen? AANDACHTSPUNTEN
IN DE DAGELIJKSE NDT-ZORG
• De therapie mag nooit onderbroken
worden. Indien de therapie
toch meer dan 2 uur onderbroken
wordt, is het aan te bevelen het
verband te verwijderen en te
vervangen door een klassiek
verband (natte kompressen met
ontsmettingsmiddel en afdekken
met een absorberend verband).
• Bij een te hoge zuigkracht kan het
granulatieweefsel in de sponsstructuur
verkleven waardoor het pijnlijk
wordt als je het foamverband moet
verwijderen. Er kunnen ook oppervlakkige
bloedingen ontstaan. Je
kan dat vermijden door de therapie
een uur voor de verbandwissel te
stoppen en het foamverband los
te weken met NaCl 0.9%. Eventueel
HET BELANG VAN
REGISTRATIE EN
DIALOOG
Naast een correcte registratie
in het EVD, blijft de communicatie
tussen eerste- en
tweedelijnszorg belangrijk.
Wekelijks stuurt de verpleegkundige
een verslag van de
evolutie naar het ziekenhuis en
bij andere vragen of problemen
neemt men telefonisch
contact op. Dit stelt de
behandelend arts in staat om
de wondheling vanop afstand
op te volgen en indien nodig
bij te sturen. Een consultatie bij
de behandelend arts gedurende
de inclusieperiode van
het project is niet standaard,
maar gebeurt in de praktijk
regelmatig ter controle.
kan je een ander soort foamverband
gebruiken dat de ingroei van
weefsel voorkomt.
• Bij patiënten die anticoagulantia
nemen of bij wonden die reeds
actief bloeden, kan een bijkomende
bloeding optreden. Stop de pomp
dan onmiddellijk en verwittig de
behandelende arts én de wondzorgspecialist
van het ziekenhuis.
De arts zal het verband verwijderen.
• Niet opgevulde holtes kunnen leiden
tot het ontstaan van abcessen
waardoor de wondheling vertraagt.
• De behandeling kan pijnlijk zijn
voor de patiënt. In overleg met
de behandelende arts kan de pijn
eventueel verlaagd worden door een
lagere negatieve druk toe te passen
of pijnmedicatie toe te dienen. Mogelijke mechanische alarmen van de pomp ALARM ACTIE
Lekkage Extra vastkleven.
Zuignap gelost Bij het loskomen van de zuignap: terug vastkleven
– énkel aan de randen van de zuignap.
Bij een verstopping/blokkade of volledig verlies
van de zuignap: de oude zuignap verwijderen
en over de opening in de afdekfolie een nieuwe
zuignap kleven.
Blokkering
• Klemmen open?
• Kink in de kabel?
• Bloedklonters?
Lagedrukalarm: één van de redenen kan zijn
dat de opening in de folie te klein is. Maak de
opening wat groter.
Blokkade alarm door een bloedklonter, fibrine
of taai exsudaat ter hoogte van de afzuigpoort,
afgeklemde leidingen: verwijder de pad en
breng een nieuwe pad aan (eventueel op een
andere plaats). Indien dit niet lukt dien je het
verband te verwijderen.

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.