Op weg naar zelfzorg bij diabetes: teamwerk

Op weg naar zelfzorg bij diabetes:
teamwerk. Na een controle van haar bloed, enkele onderzoeken en een bezoek
aan de endocrinoloog kreeg Maria de diagnose diabetes. Vandaag is
ze exact één week in zorg bij verpleegkundige Kelly van Wit-Gele Kruis
Antwerpen. Zij begeleidt Maria in haar diabeteszorg. Maria: Hoewel ik best een snoeper
was, had ik nooit gedacht dat ik
‘suikerziekte’ zou krijgen. Toen de
dokter vertelde dat ik diabeet was en
ik insuline moest spuiten, raadde ze
aan om me bij de opstart te laten begeleiden
door een thuisverpleegkundige.
Daar was ik heel blij mee. Alleen
had ik het misschien niet aangedurfd.
Het vraagt best wat inzicht. Bovendien
kan te veel of te weinig insuline
spuiten ook gevaarlijk zijn.
Kelly: Sinds vorige week maandag
komen we drie keer per dag langs
bij Maria. ’s Morgens en ’s middags
is ze patiënt op mijn vaste voormiddagronde.
Ook ’s avonds komen
we nog eens langs. De zorg bestaat
uit het prikken, waarden nakijken en
dan de nodige hoeveelheid insuline
bepalen. Maria’s arts, waarmee we
samenwerken, heeft ook uitdrukkelijk
gevraagd om zelf te meten, te
zoeken hoeveel insuline ze moet
inspuiten, rekening houdend met de
maaltijden. Vroeger zei een arts wel
eens: ‘We spuiten 10 of 12 of 15 eenheden
gedurende zo lang en dan
evalueren we’. Nu is dat niet zo. Deze
arts wil echt dag per dag bijsturen
en verfijnen. De eerste dagen namen
we ook drie keer per dag contact op
met de specialist, sinds het weekend
nog één keer. Maria en ik bellen dan
samen op luidspreker met de arts.
Ze stuurt bij waar nodig, maar ze laat
Maria vooral zelf beslissen. De eerste
vraag is altijd ‘Maria, wat denk jij’? We
proberen zo veel mogelijk kennis
door te geven en zelfstandigheid te
creëren. Intussen doet Maria veel zelf,
ik kijk vooral mee. Het is dan ook echt
de bedoeling dat Maria binnenkort
zelf de zorg opneemt. Ze doet dat
al zeer goed, nu is het vooral zoeken
naar de juiste eenheden en haar de
zekerheid geven dat ze het juist doet.
Maria: Het is vooral ‘het zoeken naar’
dat onzekerheid brengt. Je krijgt heel
veel informatie, zowel van de arts, de
diëtist als van de verpleegkundige.
Zo heb ik documenten gekregen
over voeding, wat een goed dagmenu
is en uitleg over tussendoortjes,
fruit, vleeswaren, … Dat is heel veel
om te verwerken en heeft zijn tijd
nodig. In het begin drong het nog
niet allemaal door en dan was het
echt een geruststelling dat ik kon
terugvallen op Kelly. Nu zijn we met
twee om alles te bekijken en gaat het
elke dag beter.
Kelly: Ik kan alleen maar zeggen dat
Maria dat heel goed doet. Ze noteert
van ’s morgens tot ’s avonds nauwkeurig
wat ze eet én ze is ook één of twee dagen op voorhand bezig
met de voorbereiding van wat ze
zal eten. Ik denk niet dat iedereen
dat zo gestructureerd zou doen. Dat
vraagt heel veel inzet – chapeau!
Het is ook niet evident om alles in te
schatten, je moet rekening houden
met voedingswaarden. Twee kiwi’s
zijn bijvoorbeeld gelijk aan één appel
en één appel is een halve banaan. Je
moet alles afwegen en vergelijken.
Maria: Ja, het is een hele administratie.
Zo mag ik elke dag bijvoorbeeld
wel een mager puddinkje eten maar
dan moet ik daar rekening mee houden.
Het gebeurt gestructureerd.
Kelly: We hebben ook één vast moment
afgesproken om te zondigen.
Op zondag komt de zus van Maria
eten en dan mag er gebak zijn. Als
je van een grote snoeper naar niets
moet, dat vraagt veel. Ik vind dat we daarmee rekening moeten houden,
ze moet het kunnen volhouden.
Maria: Als ik van de snoep afblijf, blijf
trainen en mijn bloedsuikerwaarden
goed opvolg, komt het wel goed,
denk ik. Mijn waarden bij de dokter
waren enorm. ’s Anderdaags ben
ik beginnen fietsen, 15 minuten ’s
morgens en 15 minuten ’s avonds, dat
heeft al goed geholpen. Sinds ik in
begeleiding ben, zijn mijn bloedsuikerwaarden
nog verder gedaald, het
gaat de goede kant uit.
Kelly: Absoluut! Ik heb ook het gevoel
dat het een korte begeleiding
wordt. Maria is er al vrij goed mee
weg. Het belangrijkste is nu dat ze
alles helemaal snapt en dat ze er
uiteindelijk gerust in is. Zelf ga ik daar
geen datum op plakken. Ik vind dat
Maria zelf moet aangeven wanneer
we haar loslaten. Het zou ook kunnen
dat we gewoon stilaan verminderen,
dat ik op een bepaald moment nog één keer per dag kom en dat ze de
rest zelf doet.
Maria: Dat zullen we misschien doen.
Ik wil er vooral niet van wakker liggen.
Stress hebben, is misschien ook
niet goed voor mijn suiker (lacht).
Kelly: Deze zorg is kort in de tijd en
tegelijk intensief. Zo hebben Maria en
ik echt een band gecreëerd. Omdat
het vakantie is en ik ook in het weekend
meer gewerkt heb, ben ik bijna
altijd hier geweest. Ook dat maakt
dat het vreemd zal zijn om Maria
straks los te laten. Ik heb patiënten
waar ik al 8 jaar als vaste verpleegkundige
kom, bij hen heb je echt het
gevoel ‘dit is mijn patiënt’. Wel, bij
Maria is het net zo, maar dan al na
een week. Er is wel een klik tussen ons, maar we hebben vooral samen
een intens traject afgelegd en ik ken
haar zorg ondertussen door en door.
Ik ken de waarden, zie hoe ze zullen
evolueren. Vanavond zal voor het
eerst een collega met de arts bellen.
Dat komt helemaal goed maar ik zal
straks toch even overleggen, om zelf
gerust te zijn.
Maria: Dat is ook wat mij het meest
plezier gedaan heeft, het gevoel dat
we het samen gedaan hebben, die
binding. Ik ben alleenstaande, heb
geen kinderen en dankzij Kelly ben ik gerust en voel ik mij gesteund. Ons
contact is dan ook altijd zeer gemoedelijk
verlopen, we kunnen goed
babbelen.
Kelly: Bij zo’n traject tot zelfzorg is het
extra belangrijk dat je voldoende tijd
maakt voor je patiënt. De drukte van
de toer mag je daarin niet belemmeren.
Hier ligt de klemtoon echt op de
kennisoverdracht en de educatie. Dat
lukt alleen maar als je voldoende tijd
neemt. De zorg zelf duurt misschien
2 minuutjes. Als je dan nog 10 minuutjes
tijd neemt, heb je veel uitleg
gegeven. Het is soms tegen onze
natuur maar ik heb intussen ervaren
dat het, bij een begeleiding als deze,
goed is om op de juiste manier
afstand te nemen van de zorg en het aan de patiënt te laten. Uiteraard
blijf je wel continu paraat staan om
alle vragen te beantwoorden en te
ondersteunen waar nodig. Deze zorg
is echt teamwerk tussen patiënt, arts
en verpleegkundige. Je voelt dat
het een echte samenwerking is én
dat geeft voldoening. Voldoening
voor de patiënt, die weet dat ze het
goed zal doen, voor de arts, die
tevreden is met het resultaat en voor
mij, omdat ik blij ben met de succesvolle
begeleiding die ik heb kunnen
geven!

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.