Onderzoek aanrekening en inning remgeld in de thuisverpleging

Het Nederlandstalig Platform voor Thuisverpleegkundigen (NPTV) onderzoekt de mogelijkheid tot het vrijwillig en algemeen aanrekenen en innen van remgeld in de thuisverpleging.

Het aanrekenen van remgeld in de thuisverpleging is vandaag al mogelijk, en wordt ook toegepast door heel wat verpleegkundigen in Wallonië en in grotere steden. Dit gebeurt echter weinig gestructureerd. NPTV wil hier meer duidelijkheid en verbetering in brengen.

Het NPTV heeft daarom werkgroepen opgericht om duidelijkheid te scheppen rond zowel de inhoudelijke als de (IT)technische toepassing van deze inning. Op die manier wil NPTV bekijken of en hoe een bredere toepassing van het remgeld in de thuisverpleging mogelijk is en hoe dit op een voor de patiënten én zorgverleners duidelijke manier zou kunnen.

Er  wordt ook overlegd met de mutualiteiten en het RIZIV om de juridische kant te bespreken.

Het is belangrijk dat het aanrekenen van remgeld eenvoudig en haalbaar is voor de zorgverstrekker. Dat betekent dat de facturatie van de remgelden zo efficiënt mogelijk moet verlopen, maar vooral ook dat het voor de (chronische) patiënt een ‘haalbare’ toepassing moet zijn. De maximumfactuur (MAF) speelt hierbij een belangrijke rol om de medische kosten binnen de perken te houden.

De aanrekening en inning van remgelden zou niet verplicht worden opgelegd, maar NPTV en zijn partners zien er de meerwaarde van in en steunen het veralgemeend aanrekenen en innen van remgeld. Veralgemeend wil zeggen dat een keuze voor het aanrekenen en innen van remgeld inhoudt dat je dat voor iedereen doet. Een keuze om remgeld niet aan te rekenen en te innen, betekent dat je het voor niemand doet. Dit is een vrijwillige keuze van de zorgverleners.

Alvorens verdere stappen te zetten, luistert NPTV in de eerste plaats naar de sector. Thuisverpleegkundigen kunnen hun mening of vragen kwijt via remgeldonderzoek@nptv.be. Daarnaast wil NPTV duidelijke afspraken vastleggen met alle stakeholders.

De Franstalige collega’s worden ook  betrokken bij de verdere gesprekken hieromtrent.